Celstraf en rijontzegging geëist tegen straatracers Beugen; OM spreekt van ‘stoerdoenerij’ en ‘zwaarste vorm van schuld’

BEUGEN | Het Openbaar Ministerie heeft respectievelijk zes en zeven maanden celstraf geëist tegen de twee uit Groesbeek afkomstige straatracers die in januari 2022 betrokken waren bij een zwaar ongeluk op het industrieterrein in Beugen. Ook eist het OM drie jaar rijontzegging tegen beide bestuurders. De race, ‘stoerdoenerij’ volgens het OM, liep uit op een drama toen een andere auto met daarin een zwangere vrouw werd geraakt. 

De straatrace begon die bewuste avond op de Vuursteenstraat, waar een snelheidslimiet geldt van 30 km/u. Op de kruising met de Laan de Wijze ging het mis, toen één van bestuurders de auto van de vrouw niet meer kon ontwijken. De veroorzaker moest het rempedaal secondenlang volledig vloeren maar raakte het voertuig alsnog met een snelheid van tussen de 84 en 114 km/u. De vrouw moest uiteindelijk door de brandweer uit haar auto worden bevrijd. Ze werd met een gebroken been naar het ziekenhuis vervoerd. Haar ongeboren kindje bleef ondanks de klap ongedeerd. De bestuurder van het andere voertuig raakte ook gewond en liep onder meer een hersenschudding op.

Volgens de officier van justitie had de veroorzaker van het ongeluk al meerdere verkeersgerelateerde overtredingen op zijn kerfstok. Zo werd hij ‘minder dan een uur voor de aanrijding’ al in Nijmegen staande gehouden vanwege zijn rijgedrag en lawaaiige uitlaat. Een waarschuwing volgde. Daarnaast had hij al enkele verkeersboetes op zijn naam staan, waaronder ééntje van 900 euro vanwege een ‘forse snelheidsovertreding’. 

 Persbureau SK-Media

Strafeis
Het OM verwijt de verdachten roekeloos rijgedrag en de zwaarste vorm van schuld. “Ze voelden kennelijk de behoefte om ten opzichte van elkaar te bewijzen wie de snelste auto had en wie er de hoogste snelheid mee kon of durfde te behalen. Dit heeft geleid tot een straatrace waarbij levensgevaarlijke snelheden werden behaald.”, aldus de officier van justitie. “De risico’s die hun stoerdoenerij met zich meebracht voor andere weggebruikers heeft hen op geen enkele manier weerhouden.”

Met dit in het achterhoofd, inclusief de eerdere verkeersdelicten, was de eis tegen de bestuurder van het botsende voertuig hoger: zeven maanden cel en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor drie jaar. Tegen de andere verdachte wordt bijna dezelfde straf geëist, minus een maand minder brommen. De rechter doet op 27 maart uitspraak.